Samenvatting: Een beschrijving van de
'Maria-verschijningen' nabij het Portugese dorp Fátima in 1916-1917, met een
kritische bespreking; de revisie betreft details van het hele verhaal plus
nieuw: de link van deze verschijning met UFO-verschijningen
en ontmoetingen. Het zgn. 'wonder van de zon' aan het einde van deze
verschijningenreeks wordt geïllustreerd met verschillende schema's en
tekeningen. De gevolgen van deze gebeurtenissen worden besproken, evenals een
Bijbelse duiding van deze verschijnselen.
Inleiding
Waarom
op deze website, die alle zaken beziet vanuit een christelijk, Bijbels
standpunt, een zo schijnbaar exotisch onderwerp als de Maria-verschijningen in
het Portugese Fátima? Twee redenen:
De
eerste een triviale: ik ben er geweest en heb me erin verdiept.
En de
tweede: 'Fátima' is m.i. een gebeurtenis die niet op zichzelf staat, maar die
zijn plaats heeft in één van de lijnen die leiden naar de gebeurtenissen van de
eindtijd, zoals die in de Bijbel zijn beschreven.
Hoe kwam
ik aan mijn materiaal?
Het
raamwerk van het fenomeen Fátima heb ik opgediept uit de Nederlandse vertaling
van een sterk propagandistisch boekje 'Fátima, plaats van hoop en vrede',
uitgegeven door 'Missões Consolata', de congregatie die verantwoordelijk is voor
de gang van zaken in Fátima. Op het Internet heb ik gezocht naar kritische
websites over Fátima. Naast de honderden websites van ware gelovigen (waaronder
ook dissidenten op bepaalde details) heb ik er slechts één gevonden die een
serieuze kritische bespreking waagt aan het verschijnsel Fátima. Zie hieronder.
Ook deze informatie heb ik kritisch verwerkt. Beoordeling en conclusies zijn
geheel van mijn hand.
Wat houdt
'Fátima' in?
De
naam Fátima stamt uit de Moorse (=Islam)-overheersing van Spanje en Portugal.
Fátima was een dochter van Mohammed. In dat deel van Portugal vind je wel meer
Arabische plaatsnamen.
'Fátima' staat voor een drietal engel-verschijningen in 1916 en een zestal
Maria-verschijningen in 1917 aan drie jonge herdertjes (kinderen van 6-10 jaar)
in Portugal, waarbij een drietal 'geheimen' zouden zijn geopenbaard, die
successievelijk door de Vaticaanse autoriteiten zijn gepubliceerd. Verder
behoren tot dit fenomeen nog de reacties van wereldlijke en kerkelijke
autoriteiten, enige wonderen die zouden zijn gebeurd, de start van een
vereringscentrum in Cova da Iria, een gehucht bij het Portugese dorp Fátima, en
een gigantische commerciële bedrijvigheid aldaar.
Omstandigheden in de wereld en in Portugal in het bijzonder
De Portugese bevolking bestond in 1916 nog grotendeels uit arme, ongeletterde
boeren, die zeer trouw waren aan de Rooms-Katholieke kerk en in het bijzonder
aan Maria, en die via die kerk ook hun informatie ontvingen. De verering van
Maria staat in Portugal centraal. In alle kerken die wij bezocht hebben, staat
zij in het midden boven het altaar. Jezus is meestal te vinden in een zijkapel
of zo. Alle teksten in een (gewone, niet specifiek aan Maria gewijde) vesper die
wij meemaakten op zaterdagavond in de kerk van Caminha aan de monding van de
Minho, gingen exclusief over Maria. Jezus werd niet eenmaal genoemd. Uit vele
kerktorens klinken twee maal per uur Maria-liederen via luidsprekersystemen. De
enige uitzondering die wij zagen, was in de kerk Bom Jésus op een heuvel bij
Braga.
In 1916/1917 was de eerste wereldoorlog op zijn ergst, de slachtingen aan de
fronten in Frankrijk waren verschrikkelijk, en ook vele Portugezen lieten daar
het leven, omdat Portugal in de oorlog betrokken was aan geallieerde kant.
In Rusland stond de grote communistische revolutie op uitbreken en
verschillende atheïstische revolutionaire bewegingen waren daar al aan
voorafgegaan.
In Portugal was de monarchie in 1910 gevallen, er was een godloze regering,
de scheiding van kerk en staat werd doorgevoerd, alle kerkelijke bezittingen
werden verbeurd verklaard, de aanduiding van Portugal als 'katholieke natie'
verdween van het toneel (de paus antwoordde kort daarop - op 24 mei 1911 - met
de encycliek 'Iamdudum in Portugal'). Een regeringsleider had verklaard, dat
door toedoen van zijn regering de Rooms-Katholieke godsdienst in Portugal in
twee generaties zou zijn verdwenen. In deze jaren was er in Portugal een grote
politieke en sociale onrust, totdat in 1926 Salazar aan de macht kwam.
Wie waren
de drie herdertjes, hoe waren zij geïnformeerd en hoe verging het hen?
De
drie kinderen waren geboren in Aljustrel, niet ver van Fátima, waren daar in de
kerk gedoopt, en woonden er ook.
De oudste was Lucia dos Santos, geboren 22 maart 1907, ten tijde van de
verschijningen 9-10 jaar. De andere twee waren de kinderen Francisco en Jacinta
Marto, neef en nicht van Lucia, resp. geboren op 11 juni 1908 en 11 maart 1910,
ten tijde van de verschijningen 8-9 jaar, resp. 6-7 jaar. Elke morgen gingen zij
eerst naar de mis voordat ze aan hun dagtaak begonnen. Zij hoedden de schapen
van de familie. Lucia moet een zeker overwicht op de andere kinderen gehad
hebben, zij had een sterk en enigszins dominant karakter.
Francisco stierf op 4 april 1919, nog geen 11 jaar oud, waarschijnlijk aan
een longontsteking.
Jacinta stierf op 20 februari 1920, nog geen tien jaar oud, aan tuberculose.
Oorzaken van hun ziekte en sterven waarschijnlijk: vasten, zelfkastijding en de
beroerde medische zorg in het Portugal van toen. Later heeft Lucia verklaard,
dat beide vroege sterfgevallen door 'Maria' bij de 2e verschijning op 13 juni
1917 waren voorzegd(?).
De officiële lezing is, dat de beide kinderen aan de 'Spaanse griep' zijn
overleden. Jacinta is dan in 1920 wel een erg laat slachtoffer (Spaanse griep
1918-1919). Feit is, dat beide kinderen ernstig verzwakt waren (waarom Lucia
eigenlijk niet?).
Lucia was nog in leven op 13 mei 2000 tijdens de zaligverklaring van de twee
andere kinderen. Zij was toen 93 jaar oud en leefde in een klooster in Coimbra
in Portugal. Zij stierf op 13 februari 2005. De dag van haar begrafenis, 15
februari 2005, is uitgeroepen tot dag van nationale rouw in Portugal (!!) De
lichamen van de jongste kinderen werden op 12 maart 1952, resp. 1 maart 1951 in
de zijkapellen van de basiliek van Fátima bijgezet.
In 1916/1917 bestond er nog geen radio of TV, en kranten waren voor de rijke
mensen. Informatie over de toestand in de wereld kwam via de dorpspriester. En
omdat zij trouwe kerkgangers waren, hadden zij vanuit die bron up-to-date
informatie. De beelden over de hel waren zonder twijfel afkomstig uit de preken
van de 'missie-paters', die van tijd tot tijd de parochies afreisden om het volk
met donderpreken tot gehoorzaamheid op te roepen. Het is begrijpelijk dat de
situatie in Portugal, Europa en de wereld iedere christen, en dus ook een
serieuze Rooms-Katholieke priester, grote zorgen baarde. En met die zorgelijke
toestand waren de kinderen dus bekend.
Chronologie
van de verschijningen
De bron van het kaderverhaal is de officiële R.K. literatuur omtrent Fátima.
Maar er is ook informatie van veel dichterbij: de dorpspriester, Manuel Marques
Ferreira, interviewde de kinderen (in feite hoofdzakelijk Lucia) telkens zo
spoedig mogelijk na elke verschijning van de dame, vaak de volgende dag al. Zijn
aantekeningen zijn bewaard en vertonen duidelijke verschillen met de officiële
lezingen. De priester denkt zelfs aan werk van de duivel. Zijn interviews
moesten geheim blijven en zijn pas in 1992 volledig gepubliceerd, zonder dat
daaraan enige ruchtbaarheid is gegeven. De interview-verslagen zijn (in het
Engels) te vinden op de Internet site "Fátima
for Agnostics" (helaas
niet meer op Internet te vinden), een kritische en nuchtere tegenhanger van de
officiële informatie, waarbij in het oog moet worden gehouden dat de schrijvers
agnosten zijn en geen enkel bovennatuurlijk feit accepteren. Helaas is het
materiaal van deze website verwijderd. Navraag levert geen reacties.
a.
Drie engel-verschijningen.
Deze zijn niet vermeld in de beschrijvingen van de dorpspriester, maar in later
tijd door Lucia gepubliceerd, toen de andere kinderen er niet meer waren. De
authenticiteit is niet meer te verifiëren. Maar goed, hier zijn ze dus: a1. Voorjaar 1916 (datum niet meer bekend) in Loca da Cabeço.
Boodschap: Engel van de vrede. Gebed voor hen die God niet kennen. De harten van
Jezus en Maria luisteren naar jullie smeekbeden. a2. Zomer 1916 (datum niet meer bekend), achter het huis van
Lucia.
Boodschap: De heilige harten van Jezus en Maria willen door jullie aan andere
mensen het Teken van Barmhartigheid geven. Draagt offers op (= bidt rozenkrans
etc.). Bidt voor de bekering van zondaars. a3. Oktober 1916 (datum niet meer bekend), in Loca da Cabeço.
Engel heeft in linkerhand kelk waarboven hostie, waaruit bloeddruppels in de
kelk vallen. Zij bidden een gebed tot eerherstel van beledigingen van God, en
door de oneindige verdiensten van Jezus' heilig hart en het onbevlekt hart van
Maria werd gebeden om de bekering van zondaars. Lucia krijgt nu de hostie (zij
had eerste communie gedaan) en de andere kinderen drinken uit de kelk. Dit is
nogal merkwaardig omdat in de RK kerk de inhoud van de kelk nog steeds alleen
maar door de priester mag worden gedronken.
b.
Zes verschijningen van een dame in het wit. Alle kinderen zagen de
verschijningen, alleen Lucia, de oudste, sprak met de verschijning. De
verschijning heeft nooit zichzelf direct geïdentificeerd als Maria, de moeder
van Jezus. Deze verschijningen zijn door de dorpspriester opgetekend uit de mond
van Lucia. Jacinta heeft nooit iets van enige importantie gezegd en Francisco
heeft waarschijnlijk nooit iets gehoord. Lucia heeft gedurende die interviews altijd getwijfeld of het wel echt
Maria, de moeder van Jezus was, die verscheen. De latere interpretatie, zoals
die in de officiële publicaties is te vinden (ook wel 'Fátima II' genoemd) is cursief gedrukt.
b1.
13 mei 1917 in Cova da Iria.
(Cova betekent: holte of depressie in het landschap, een licht komvormige
vallei.)
Bliksemstraal. In het wit geklede dame (heel knappe pop, met zwarte ogen en een
vriendelijk gezicht, 12-15 jaar oud en ongeveer 1,10 m lang), die een fel licht
uitstraalt, waarin je niet lang kunt kijken. Rond de hals een gouden koord
waaraan ter hoogte van de taille een gouden bol of schijf was bevestigd, die
licht uitstraalde. De verschijning bewoog niet, maar bleef onbeweeglijk staan.
Boodschap: Ik kom van de hemel. Kom de komende zes maanden op de 13e en op
dezelfde tijd hier. Dan zeg ik wie ik ben en wat ik wil. Op Lucia's vraag of de
oorlog snel voorbij zal zijn, zegt zij, dat zij dat niet kan uitleggen voordat
zij (later) heeft gezegd wat zij wil. {Lucia en Jacinta zullen in de hemel komen
maar Francisco moet vaker de rozenkrans bidden. [Deze opmerking staat niet in
het verslag van de priester maar dateert uit 1941, en is dus twijfelachtig.]} Opdracht om zich aan God op te offeren, lijden te verdragen, te bidden
voor de zondaars, en iedere dag de rozenkrans te bidden.
Ondanks de afspraak vertelt Jacinta van de verschijning, wat de kinderen op
spot, hoon, vernedering en vervolging komt te staan, want niemand gelooft hen en
de pastoor ziet er zelfs duivelswerk in.
b2.
13 juni 1917 in Cova da Iria, en in aanwezigheid van 50 personen.
Boodschap: Kom volgende maand weer, en leer lezen (dat kon Lucia, 10 jaar,
kennelijk nog niet). Bidt de rozenkrans. Lucia vraagt om enkele genezingen. Deze worden
toegezegd, maar niet direct: over een jaar. Over drie maanden zal ze een wonder
doen.
Jacinta en Francisco zullen spoedig sterven. Lucia moet achterblijven om de
verering van het onbevlekte hart van Maria in de wereld te verbreiden. Belofte
van bijstand voor Lucia. Visioen: In de palm van de rechterhand van de dame een hart met
doornen omgeven. De kinderen (opgevoed in de geest van de Portugese vorm van het
Rooms-Katholieke geloof) begrepen(!) dat dit het onbevlekte hart van Maria was,
versmaad door de zonden en vragend om eerherstel.
Al deze toevoegingen en ook het visioen zijn niet te vinden in de
aantekeningen van de dorpspriester. Ook de mededeling van de dame dat de andere
kinderen spoedig moeten sterven, is waarschijnlijk een latere toevoeging, nadat
de twee kinderen waren gestorven, om de waarde van de verschijningen kracht bij
te zetten.
De priester was bezorgd over de zedeloze dracht van 'Maria' (korte
rok) en
twijfelde of zij niet van de duivel afkomstig was.
b3.
13 juli 1917 in Cova da Iria, in aanwezigheid van meer personen dan in
juni, aantal niet bekend.
Boodschap: kom volgende maand op de 13e weer hier. Opdracht om te bidden tot OLV
van de Rozenkrans, alleen zij kan de oorlog doen ophouden. Lucia vraagt de
bekering en de genezing van personen. De verschijning belooft dat dat binnen een
jaar voor elkaar zal zijn. Belofte van een wonder over drie maanden (in oktober
van dat jaar). Drie visioenen, te zien in de handpalmen van de dame. Deze vormen de drie
geheimen van Fátima, t.w. het visioen van de hel, dat van de toestand in Rusland
en de wereld, en dat van de toekomst van paus en kerk. Zie verder. De dame legt
de nadruk op het invoeren van de verering van het onbevlekte hart van Maria.
Tenslotte een versterkte nadruk op het rozenkransgebed met enkele toevoegingen.
Dit lijkt wel de belangrijkste van de verschijningen te zijn geweest.
De visioenen zijn niet te vinden in de aantekeningen van de dorpspriester,
en zijn dus waarschijnlijk een latere toevoeging. Bron is (de latere non) Lucia.
b4.
19 augustus 1917 in Valinhos, verder niemand aanwezig.
Onrustig geworden door de publiciteit en de opschudding, besloten de overheden
iets te doen om 'Cova da Iria' te stoppen. De kinderen werden op 13 augustus
ontvoerd naar het districtskantoor in Nova da Ourém, waar ze, tezamen en apart,
werden verhoord en bedreigd met de dood. Maar ze zwegen in alle talen. Op 15
augustus werden ze weer thuis afgeleverd. Op 19 augustus hoedden ze de schapen
in Valinhos, en plotseling was de verschijning daar weer.
Nu eerst het verslag van de dorpspriester, dat nogal van het officiële
afwijkt. De verschijning zegt: Ik wil dat je terug gaat naar Cova da Iria. Als
ze je niet hadden meegenomen, zou het wonder meer bekend geworden zijn. St.
Jozef en het kindje Jezus zouden gekomen zijn om vrede aan de wereld te brengen,
en Onze Heer zou gekomen zijn om de mensen te zegenen, OLV van de Rozenkrans zou
gekomen zijn met een engel aan weerskanten en OLV (!!) met een krans van bloemen
om haar heen. Lucia vraagt: wat moet ik met het geld doen (daar gebracht door
mensen als een offer aan de verschijning)? Ze moeten er twee platforms van laten
maken; één moet gedragen worden door Lucia en drie meisjes in het wit, het
andere door Francisco en drie jongens in het wit. Op dit laatste platform moet
een beeld van OLV van de Rozenkrans geplaatst worden. Officiële lezing: Herhaling van de belofte van een wonder in oktober. Opdracht
om een kapel te bouwen in Cova da Iria. Bidden voor de zondaars die anders
naar de hel gaan. Hier is verschil tussen het verslag van de priester en de (latere)
officiële lezing wel erg groot.
De kinderen beslissen om ook lichamelijk te gaan lijden voor de zondaars,
door af te zien van eten en drinken en een koord om het blote lijf te snoeren,
waardoor ze minder honger zouden voelen en beter zouden kunnen vasten. Hetgeen
Jacinta en Francisco waarschijnlijk noodlottig is geworden.
Als de verschijning werkelijk Maria, de moeder van Jezus is, dan is ze heel
slecht bekend met haar eigen familie. Ze maakt onderscheid tussen het kindje
Jezus en Onze Heer, en er blijken naast haarzelf nog verschillende OLV-en te
zijn. Maria lijkt wel een schizofrene persoonlijkheid!! Stuurt Jezus werkelijk
Zijn moeder naar de aarde voor zulke trivialiteiten...!!! En in een minirokje???
De ‘verschijning’ blijft vaag over a.s. evt. genezingen en andere
gebeurtenissen.
b5.
13 september 1917 in Cova da Iria in aanwezigheid van – naar men zegt –
zo'n 25.000 personen, die echter weinig waarnemen.
Ondanks - en misschien wel dank zij - de barse tegenstand van wereldlijke en
kerkelijke autoriteiten, vinden de verschijningen toch steeds meer geloof.
Interview verslag: de verschijning zegt dat ze de rozenkrans moeten blijven
bidden, dat ze ervoor zal zorgen dat de oorlog spoedig voorbij zal zijn. Op de
laatste dag (13 oktober) zal St. Jozef komen om de wereld vrede te geven en Onze
Heer zal het volk zegenen; kom hier op 13 oktober. Lucia bracht een doofstomme
jongen, de verschijning zegt dat het hem over een jaar wat beter zal gaan. Op
een aantal verzoeken om genezing zegt de dame: sommigen zullen genezen, anderen
niet omdat onze Heer niet in hen wil geloven(!). Als Lucia zegt dat de mensen
een kapel willen hebben daar, zegt de verschijning: gebruik de helft van het
geld voor de platforms, en de andere helft om een kleine kapel te bouwen (?).
Lucia biedt haar twee brieven aan en een glas geparfumeerd water (eau de
cologne?). Haar antwoord: dit is niet erg handig daar boven in de hemel (!?). De inhoud van deze verschijning was zeer sober: opdracht om dagelijks de
rozenkrans te bidden om het einde van de oorlog te bespoedigen. In oktober zal
ze een wonder doen zodat allen zullen geloven.
In de officiële lezing zijn de nonsensicale opmerkingen van OLV weggelaten.
Het is Lucia die aanbiedt om een kapel te bouwen, het is dus geen eerdere
opdracht van de verschijning, zoals in het officiële verslag van 19 augustus is
geschreven.
De situatie rond de kinderen wordt steeds meer gespannen. Priesters geven de
kinderen de raad om het bericht te laten verspreiden dat alles bedrog is. Houd
in gedachten dat Portugal nog steeds gebukt ging onder een revolutionaire
regering, die de R.K. kerk had gekneveld. Velen denken op 13 oktober te zullen
moeten sterven. Toestanden…
b6.
13 oktober 1917 in Cova da Iria in aanwezigheid van rond 70.000 personen
van allerlei slag: gelovigen en ongelovigen, waaronder ook verscheidene
journalisten. Het aantal van 70.000 werd door anderen geschat op maximaal
40.000. Toch een aardige menigte! Dat er zoveel mensen naar toe zijn gegaan, is
opmerkelijk, want het was buitengewoon slecht weer. Er hing een lage bewolking
waaruit het voortdurend regende. De grond was doorweekt van het water. Velen
hadden paraplu’s meegenomen.
Alweer: de verschijningen werden alleen gezien door Lucia (en de kinderen?).
Lucia moest uitroepen: “Daar komt O.L.Vrouw”, want het volk zag niets. Maar
allerlei begeleidende verschijnselen werden wel door de aanwezigen gezien, en
niet alleen in Cova da Iria, maar ook op plaatsen op afstanden van 10-20 km
daarvan verwijderd.
Beide verslagen stemmen vrijwel overeen. De dame zegt: Ik ben O.L.Vrouw van
de rozenkrans. Opdracht tot bouwen van een kapel in de Cova da Iria en tot het
bidden van de rozenkrans voor het einde van de oorlog. De soldaten zullen
spoedig thuis komen. Lucia heeft nog een aantal verzoeken om genezing, zullen ze
verhoord worden? Het antwoord is: sommige wel, andere niet.
Volgens het verslag van de dorpspriester heeft Lucia nog een aantal beelden
gezien, die echter moeilijk te duiden waren, maar die in spiritistische lectuur
worden beschreven (zie voetnoot).
Niemand van de aanwezigen heeft tot nu toe iets gezien of gehoord dan alleen
de stem van Lucia. Tenslotte roept zij uit: “Kijk naar de zon!”. En dan gebeurt
er iets waarop ik nader wil ingaan.
Het
‘wonder van de zon’
De
gegevens en de tekeningen met bijbehorende verklaringen ontleen ik aan: Dr.
Joaquim Fernandes Ph.D. & Fina d’Armada M.A.:Heavenly Lights: The
Apparitions of Fátima and the UFO Phenomenon. Dezen hebben een uitgebreid
onderzoek gedaan naar de verschijningen en begeleidende verschijnselen en hebben
talloze mensen geïnterviewd. In hun verklaringen zitten verschillen maar er is
toch een kern die in alle verklaringen terugkeert. Zie hieronder:
Na de
‘verschijning’ gebeurt het volgende: Onder de laaghangende bewolking komt een
donkere wolk vanuit het oosten aandrijven. Nu begint het spektakel dat als ‘het
wonder van de zon’ de geschiedenis zou ingaan. De wolk schuift tot op de plaats
aan de hemel waarachter zich de niet-zichtbare zon verschuilt. Volgens sommigen
neemt deze wolk allerlei kleuren aan, van donkerblauw tot goud! De wolk wordt
van weerszijden opzij geschoven en een mat-grijze sterk lichtgevende schijf of
bol wordt zichtbaar. Deze wordt kritiekloos door de menigte aangezien voor de
zon zelf.
Velen
beweerden dat de ‘zon’ eruit zag als mat-zilver en dat men recht in de
zonneschijf kon kijken zonder verblind te worden. Verder scheen de zon te dansen
in de lucht. Ook draaide de zon rond haar as en werden haar stralen gezien als
een reusachtig rad van vuur dat ronddraaide. Voor velen was dit 'wonder' een
bewijs van de echtheid van de verschijningen. Bovendien bleken de kleren van de
mensen in korte tijd te zijn opgedroogd. Ook dit zag men als een wonder. De
tekening hieronder geeft de verschillende fasen aan:
1.De ‘zon’ verschijnt
2.De ‘zon’ als een reusachtig rad van vuur dat ronddraait
3.Dan is het poosje rustig
4.Daarna weer een ronddraaiende vurige bol met stralen die er omheen
schijnen te draaien
5.Dan volgt er weer een pauze
6.Deze fase wordt genoemd ‘het dansen van de zon’. Zij lijkt zigzaggend
omlaag te komen naar de aarde en de mensenmassa, waardoor angst en paniek
ontstaat onder de mensen; velen roepen Maria aan en belijden hun zonden. Maar
gelukkig rijst de ‘zon’ weer op in de richting van de wolk
7.Binnen in de ‘zon’ zien sommige mensen menselijke figuren, waarvan één de
hand uitsteekt alsof hij groet; wordt geïnterpreteerd als (Sint) Jozef
8.Na afloop van het hele gebeuren verdwijnt de ‘zon’ weer in de wolk.
Hieronder een schets van de bewegingen van de ‘zon’. Velen zagen een zigzaggende
beweging, zowel omlaag als omhoog, anderen spraken van een min of meer rechte
beweging op en neer, wellicht afhankelijk van hun standpunt.
Deze
hele episode van de ‘zon’ is niet alleen in Cova da Iria gezien maar ook op
plaatsen die 13-18 km daar vandaan lagen. De genoemde Portugese onderzoekers
hebben geprobeerd de ‘zon’ te lokaliseren, en vonden uit vele interviews dat het
object zich bevond op rond 900 meter hoogte, enigszins ten noordoosten van de
verschijningenplaats, en een doorsnede had van 23,5-25 meter.
Vrijwel allen hebben deze vreemde verschijnselen gezien. Uit de
getuigenverklaringen blijkt dat deze reëel waren. Velen hebben verklaard dat hun
doornatte kleding in zeer korte tijd was gedroogd. Ook zijn diverse mensen
genezen van kwalen en ongemakken. Dit is gebaseerd op talloze
getuigenverklaringen die te vinden zijn in het eerdergenoemde boek. Het
opmerkelijke is dat deze verschijnselen ook optraden bij andere, goed
gedocumenteerde UFO-verschijningen. Wat heeft zich daar afgespeeld?
Wat was te
zien bij de ‘verschijningen’?
Wat
speelde zich echt af bij de zgn. ‘verschijningen van Maria’? Daarover zijn
relatief weinig verslagen. Als de ‘verschijning’ zich vertoonde, leek die in een
kegel van licht neer te dalen. Aan het ondereinde kwam een kleine, lichte wolk
mee, enigszins doorzichtig, die op de kruin van een kleine eik bleef rusten en
bij verdwijning ook weer mee omhoog ging. Het vreemde was dat die lichtkegel niet direct
tot op de grond kwam maar zich als het ware verlengde, totdat de ‘verschijning’
zich bevond juist boven de kruin van de eik. De drie herdertjes waren
binnen die lichtkring. Na de ‘verschijning’ kortte die lichtkegel zich weer in
en nam de ‘verschijning’ als het ware met zich mee omhoog, nadat die zich had
omgedraaid met de rug naar de herdertjes. Als de verschijning verdween,
verdween eerst het hoofd, daarna het lichaam en tenslotte de voeten. Tijdens die
verdwijning werd er vaak een gegons als van bijen gehoord. Maar ook als de
'verschijning' sprak, werd dat alleen door Lucia gehoord, anderen hoorden dan
soms ook een zacht gegons. De schrijvers van het eerdergenoemde
boek hebben aan de hand van de verklaringen schetsen gemaakt van de
‘verschijning’ en het weer omhoog bewegen na de ‘verschijning’.
Waren de
verschijningen echt?
De
kinderen zullen dat zeker beaamd hebben. Zij doorstonden vele beproevingen en
bleven moedig volharden. Bedenk dat zij slechts tussen de 7 en 10 jaar oud
waren! En ik denk ook dat Lucia verschijningen heeft gezien. Maar als wij de
dingen binnen een Bijbels kader zien, dan is het beslist geen verschijning van
Maria, de moeder van Jezus. Ook de dorpspriester, die in die omgeving en
omstandigheden leefde en werkte, had zijn doorgaande twijfels of de verschijning
werkelijk Maria was. Alle drie de kinderen zeggen, de verschijning gezien te
hebben, alhoewel dat voor de jongen, Francisco, niet helemaal duidelijk is.
Waarschijnlijk hoorde alleen Lucia de dame spreken. Meisjes en vrouwen zijn nu
eenmaal gevoeliger voor alles wat buiten de menselijke rede ligt. En ook alleen
Lucia communiceerde volgens haar zeggen met de verschijning. Een probleem is,
dat de verschijning elke keer onder haar lange cape of mantel een kort rokje
droeg , wat voor de dorpspriester aanleiding was om
ernstig te twijfelen of deze zedeloze dracht wel door een zich openbarende
moeder van Jezus zou zijn gedragen. Maar deze gegevens zijn niet in de officiële
literatuur te lezen. Ook het beeld dat in Fátima vereerd wordt, draagt beslist
geen kort rokje!
Dan zijn er natuurlijk de onzinnige opmerkingen over diverse OLV-en en twee
soorten Jezus. Het is onvoorstelbaar dat Maria, Jezus' moeder dit soort dingen
zou zeggen.
De verschijnselen die aan de verschijningen vooraf gingen waren volgens
Lucia: vermindering van zonlicht / daling van temperatuur / een bliksemstraal.
Deze verschijnselen komen ook voor bij spiritistische séances. Ook sommige anderen
hebben die verschijnselen waargenomen. Alle verschijningen dragen sterk
het kenmerk van geestelijke manipulatie.
Wat was de
kernboodschap?
De
kern van alle boodschappen is simpel en drievoudig: bid de rozenkrans voor het
beëindigen van de oorlog en voor vrede in de wereld / bid voor de zondaars die
anders naar de hel gaan / bouw (na verzoek van Lucia!) een kapel voor het
onbevlekte hart van Maria in Cova da Iria. Je vraagt je af: moet daar nu al die
poespas en die toestanden voor gemaakt worden? Drie engel-verschijningen gevolgd
door zes verschijningen van de dame? Wat moeten we hier eigenlijk mee? Daarover
verderop.
Wat zijn
de 'drie geheimen van Fátima' en wat betekenen ze?
De
drie 'geheimen van Fátima' zijn drie visioenen die de kinderen, volgens Lucia,
hebben gezien tijdens de verschijning van 13 juli 1917. Opvallend is dat deze
visioenen niet aan de dorpspriester zijn medegedeeld tijdens de terugkerende
interviews, maar pas veel later door Lucia zijn gepubliceerd. Dat doet mijn
twijfel aan de echtheid van deze openbaringen nogal hoog oprijzen, moet ik
zeggen. En ook het hele gedoe rond deze 'geheimen' doet nogal overtrokken aan.
Maar goed, wat was de inhoud en wanneer werden ze gepubliceerd?
1. Het visioen van de hel, gepubliceerd in 1942 door Lucia, toen zij een
non was in het klooster in Coimbra.
De dame opent haar handen en de kinderen zien de hel, de duivels en de zielen
van de verdoemden. Ze rillen ervan. De dame zegt dat God, om hen te redden, wil
dat de verering van haar onbevlekt hart wordt ingevoerd(!!). Als de kinderen de
opdrachten uitvoeren, komt er vrede en de oorlog loopt ten einde. Maar anders
zal er nog een ergere komen. Wanneer ze de nacht door een onbekend licht
verhelderd zullen zien, is dat het teken dat God de wereld gaat straffen om haar
misdaden, door middel van oorlog, honger, vervolging van de kerk en de H.Vader
(paus).
2. Het visioen over Rusland, gepubliceerd in 1942, samen met het eerste
visioen.
De dame vraagt de consecratie (een R.K. ritueel) van Rusland aan haar onbevlekte
hart en de communie van eerherstel op de Eerste zaterdagen (geen idee wat dit
betekent). De kinderen moeten dit dus bereiken door de rozenkrans te bidden. Als
er naar de gebeden van de dame wordt geluisterd, zal Rusland zich bekeren en
komt er vrede. Zo niet, dan zal Rusland zijn dwalingen over de wereld
verspreiden. Oorlogen en kerkvervolgingen zullen het gevolg zijn. De H. Vader
zal veel te lijden hebben, naties worden vernietigd. Tenslotte zal haar
onbevlekte hart zegevieren. De kinderen mogen dit alles aan niemand zeggen.
3. Het visioen van het lijden van de Kerk, opgeschreven door Lucia op 3
januari 1944(!), en openbaar gemaakt door het Vaticaan op 26 juni 2000. Over dit
'derde geheim van Fatima' is veel ophef geweest, vooral omdat er bij het
Vaticaan zo lang geaarzeld is, voordat het gepubliceerd werd. Bij nader inzien
stelt ook dit weinig voor.
Aan de linkerkant van de dame staat een engel met een vlammend zwaard in de
linkerhand. De vlammen eruit lijken de wereld in brand te gaan steken. De
vlammen doven door het schijnsel dat de dame met haar rechterhand zijn kant
uitstraalde. De engel wijst met zijn rechterhand naar de aarde en roept deze
driemaal op tot boetedoening. In een fel licht (door Lucia geïnterpreteerd als
van God komend) zagen ze de paus, bisschoppen en andere 'geestelijken' plus ook
'leken' – bezwaard door het lijden van de wereld – een steile berg beklimmen,
waarop een groot ruwhouten kruis stond. Allen doorkruisten voordat ze het kruis
naderden, een verwoeste stad, en terwijl ze knielden voor het kruis werden ze
allen, een voor een, doodgeschoten door een groep soldaten. Onder de armen van
het kruis twee engelen met ieder een glazen kan waarin ze het bloed van de
martelaren opvingen om het uit te gieten over de zielen die tot God kwamen.
Het geeft te denken dat Lucia deze visioenen pas publiceerde nadat 25, resp.
27 jaar waren voorbijgegaan. Heel wat van de dingen die in de visioenen worden
voorzegd, zijn dan al historie. Je mag je gerust afvragen of haar geheugen zo
goed was dat ze zich die dingen nog woordelijk kon herinneren. Het is zeer wel
denkbaar dat ze in die 2½ decennia in afzondering en met een zwijgbelofte
behoorlijk beïnvloed is door haar geïsoleerde leven in een klooster en wellicht
door personen uit haar omgeving. Men zegt dat ze ook in het klooster nog
'Maria-verschijningen' heeft gezien.
Veel van wat in deze visioenen wordt getoond, was ook al in de
verschijningen te Lourdes en La Salette in de 19e eeuw 'geopenbaard', en algemeen bekend in
R.K.-kringen, zeker in zo'n vroom land als Portugal. En je behoeft geen wonder
van intelligentie te zijn om de inhoud van de onthullingen – mits goede
feitenkennis – op je vingers te kunnen narekenen. De Russische revolutie was er
een volgens het boekje van Marx en Engels. En deze heren hadden echt een
wereldrevolutie op het oog, geen lokale. De haat tegen de R.K. kerk en haar
leiders werd in Portugal openlijk gepropageerd. Daarmee waren de kinderen bekend
en zeker Lucia in de 40-er jaren van de 20e eeuw. Daarvoor heb je geen dame met
visioenen nodig. Zonder af te doen aan de integriteit van de kinderen, die
uiteraard Das Kapital niet kenden. Dat het Vaticaan moeite had met het
publiceren van het derde visioen, ligt voor de hand: je geeft niet graag
voorspellingen van de ondergang van je eigen instituut bloot. Ik kan me niet aan
de indruk onttrekken dat in dit visioen een kleine wraakneming van Lucia aan het
licht komt. Zij had alle redenen om de R.K. kerk niet erg welgezind te zijn,
omdat na de verschijningen – en nadat de andere kinderen waren gestorven – op
een intimiderende manier op haar is ingepraat, zodat zij tenslotte, tegen haar
zin, en met grote angst voor het onbekende, besloot om aan hun pressie toe te
geven, en in een klooster te gaan en om alle contact met haar familie alleen
over kerkelijke autoriteiten te laten lopen. Zij had ook een zwijgplicht, en
heeft een belofte tot geheimhouding over allerlei zaken moeten afleggen. Waarom
eigenlijk? Kennelijk vreesde men dat Lucia dingen zou gaan zeggen, die de
kerkelijke autoriteiten slecht uitkwamen.
Wat was de
houding van de omgeving, de autoriteiten en het Vaticaan?
De
ouders van de kinderen hebben hen altijd gesteund, ook al hadden zij hun
twijfels, vooral Lucia's moeder. De moeder van Jacinta en Francisco zegt genezen
te zijn van een verlamming, na gebeden tot haar kinderen gericht te hebben(!!).
Maar haar twee broers hebben nooit gezien dat zij verlamd was! Wat is hier nu
realiteit en wat is gewenste fantasie?
De burgerlijke autoriteiten hadden geen behoefte aan opschudding in hun
district, en hebben alle middelen te baat genomen om de verschijningen in
diskrediet te brengen en de kinderen te intimideren.
Ook de plaatselijke en diocesane geestelijkheid stond niet te springen van
vreugde. De dorpspriester had grote twijfels omtrent de echtheid en de waarheid
van de verschijningen. Maar er was ook vrees voor onrust in de kerk. Pas in
1930, als Salazar aan de macht is, en de anti-R.K.-maatregelen van de
revolutionaire regeringen heeft teruggedraaid, wordt er onder druk van het volk
toestemming gegeven om een verering te starten in Fátima, en pas in 1952 wordt
de bouwactiviteit gestart die leidt tot het huidige complex van pleinen,
basiliek, kapel, etcetera. Paus Johannes Paulus II (vanaf 1978) was een echte
'Maria-man' en heeft de verering in Fátima grote impulsen gegeven. Hij heeft ook
de zaligverklaring van de twee jongste kinderen geleid. In Fátima, uiteraard.
Het is voor mij een tamelijk ongelooflijke zaak, dat een intelligent man als
paus Johannes Paulus II, die toch een zekere kritische geest niet mag worden
ontzegd, zo pro-Fátima was.
Overigens is er een niet onbelangrijke groep van R.K. priesters, die gelooft
dat het Vaticaan (de vier kardinalen direct onder de paus) bewust het derde
geheim van Fátima niet volledig heeft publiek gemaakt en dat er verschillende
woorden en zinsdelen zijn veranderd, c.q. weggelaten. Het Vaticaan zou hiermee
willen aangeven dat de Fátima-geheimen alleen betrekking hebben op het verleden.
Het lijkt erop of men er thans een beetje mee in de maag zit. Paus Johannes
Paulus II was van geheel andere opvatting, maar ventileerde deze niet en public.
Maar genoeg hierover.
De inhoud
van de boodschappen en de toehoorders
De
Bijbel zegt ons, dat wij de geesten moeten beproeven (testen) of zij uit God
zijn. De strijd rond deze verschijningen is echter tot nu toe gevoerd tussen
onkritische voorstanders/gelovigen en hen die de verschijningen afwezen vanuit
een ongelovig standpunt of vanuit (kerk)politieke overwegingen. Wij willen
proberen om vanuit de Bijbel een beoordeling te geven.
Het eerste wat dan opvalt is, dat alle boodschappen, visioenen en
opdrachten, zowel van engel als witte dame wel heel erg exclusief 'Rooms' zijn:
rozenkrans, hostie, onbevlekt hart van Maria, verschillende Onze Lieve Vrouwen,
opdracht tot bouw van kapel. In de Bijbel vinden wij van deze dingen in het
geheel niets terug. Het enige algemeen Bijbelse is de oproep tot bekering van
zondaars en het redden van hun zielen uit de hel. Dat Maria zou bepalen wie er
al of niet in de hemel komen, moge een Portugees bijgeloof zijn, met de Bijbel
heeft dit niets van doen. De hele rol van Maria in de Rooms-Katholieke kerk is
aan de Bijbel totaal vreemd. Ook de Bijbelteksten die ter verdediging worden
aangevoerd, zijn duidelijk rechtvaardigingen achteraf van een scheefgegroeide
praktijk, die niet meer terug te draaien was zonder grote schade voor de
geloofwaardigheid van de Vaticaanse organisatie.
Het tweede wat opvalt, zijn de toehoorders: drie jonge kinderen, nog zonder
de geestelijke bagage om te kunnen beoordelen, sterk gepreoccupeerd met de
Mariaverering die in Portugal alomtegenwoordig is, en beïnvloed door de
'Maria'-verschijningen in La Salette en Lourdes. In de Bijbel vinden
verschijningen vooral plaats aan geestelijk volwassenen, in staat tot verstaan
en beoordelen. Zie Mozes, Samuël en de andere profeten, in het Nieuwe Testament
Paulus en Johannes. Mozes raadt zijn volk aan om een eigen onafhankelijk oordeel
te ontwikkelen (Exodus 23:2), en in de Handelingen (hst. 17:10-11) lezen wij
waarderende woorden over de mensen in Berea die Paulus beleefd aanhoorden en
thuis in de Bijbel gingen nakijken of het klopte. Niets van dit alles in Fátima.
Men is geïmponeerd door het geloof dat er verschijningen zijn en men is
geïmponeerd door het 'wonder van de zon', hoewel dat waarschijnlijk uit een heel
andere koker is tevoorschijn gekomen.
De verdediging van R.K. zijde is, dat God juist deze drie nederige kinderen
uitkoos om daarmee de meer geletterde en gestudeerde ongelovige mensen te
corrigeren. Maar deze kinderen waren niet alleen nederig (misschien) maar ook
onwetend, en daarom gemakkelijk manipuleerbaar.
De
identiteit van de ‘Maria’ van de verschijningen en de verschijnselen er omheen.
Om te beginnen heeft het wezen zich nooit bekend gemaakt als Maria, de moeder
van Jezus. Lucia heeft dat altijd consequent volgehouden. Het
bleek al uit de titel van het hiervoor genoemde boek, dat de schrijvers denken
aan ontmoetingen met UFO’s. Alle verschijnselen wijzen daarop, die zijn ook bij
vele andere UFO-ontmoetingen beschreven. Zelfs de ‘Maria’ in deze verschijningen
lijkt als twee druppels water op persoon-achtige wezens uit andere
verschijningen. Ook de manier van communiceren is gelijk: er wordt geen geluid
gehoord, de evt. lippen van de verschijning bewegen niet; de communicatie is
naar de hersenen van de ontvanger(s). Dat is ook de reden dat Lucia – die een
goed geheugen had – niet altijd zeker was over de precieze inhoud van de
boodschappen. Ook omstanders hebben verklaard dat zij in hun geest opdrachten
kregen, waartegen het moeilijk was om weerstand te bieden. Als we naar andere
UFO-ontmoetingen kijken dan zien we, dat de ontvangen boodschappen altijd
aansluiten aan het geestelijke en kennisniveau van de ontvanger(s). Uiteraard
was dit wezen niet Maria, de moeder van Jezus. Maar wie heeft er dan aardigheid
in om zulk soort boodschappen te lanceren met een tralala er omheen zoals ‘het
wonder van de zon’?
De veelzijdige Franse wetenschapper en onderzoeker op het gebied van
UFO-ontmoetingen dr. Jacques Vallée zegt het volgende (en we moeten bedenken dat
hij geen gelovig mens is): “Het materiaal van de UFO-ontmoetingen wijst –
indien zorgvuldig geanalyseerd – op een onderliggend plan voor de misleiding van
de mensheid door middel van onbekende, maar geavanceerde methoden”. En:
“Getuigen ondergaan een manipulatief en geregisseerd schouwspel, dat er op
gericht is om hun systeem van overtuigingen te veranderen en eventueel de
maatschappij te beïnvloeden door een buitenaardse interventie te suggereren
vanuit de ruimte”. Of, zou ik zeggen: een gefingeerde hemelse gestalte die
populaire dwalingen komt onderbouwen met indrukwekkende verschijnselen.
We moeten bedenken dat de meeste ontmoetingen zijn met niet-gelovige mensen.
Voor hen is de boodschap van kosmische hulp, die vaak als inhoud van de
communicatie wordt aangeduid, een versterking van hun eigen
invalshoek, nl. een evolutionistische, waarbij de bezorgdheid over de toekomst
van de aarde vaak een grote rol speelt. Deze mensen worden in die opvatting
buitengewoon gesterkt. Maar: misleid!! Overkomt een gelovig mens iets als een
UFO-ontmoeting dan blijkt het noemen van de naam Jezus vaak oorzaak van het
plotseling verdwijnen van het hele theater. Ik waag het om het hele UFO-theater
een satanische misleiding te noemen. Het zijn demonische machten die ons hier op
aarde proberen te misleiden, zodat wij ons heil niet bij Jezus zoeken, maar
ergens anders.
En hoe zat dat dan in Fátima? Wel, ook daar de bevestiging van een al sterk
aanwezige dwaalleer, nl. de alomtegenwoordige Mariaverering, die voor Jezus
nauwelijks nog een plaats overlaat. De rimpelingen van Fátima hebben de RK kerk
sterk beïnvloed. Opvolgende pausen hebben zich laten kennen als Maria-mensen en
hebben allemaal Fátima bezocht en gepromoot.
Binnen Bijbels kader is de manipulatieve misleiding – waarover Jacques
Vallée spreekt – niet zo moeilijk te duiden. We herkennen daarin de trucs die de
vader van de leugen hanteert om ons permanent op het verkeerde been te zetten en
de aandacht van Jezus af te leiden en op zichzelf te richten. Daarbij doet hij
zich – uiteraard – voor als een engel van het licht.
Wat te
denken van UFO’s?
Ook
onder christenen wordt heel verschillend gedacht over het verschijnsel UFO’s.
Zijn ze wel echt? Is het niet allemaal hallucinatie of verbeelding? Of zieke
fantasie misschien? En waar komen ze dan vandaan? Welke technieken worden er
gebruikt? En meer van zulk soort vragen. Serieuze onderzoekers, zoals o.a.
Jacques Vallée, stellen dat UFO’s uit het aardse domein komen. Ze kunnen niet
opereren buiten de aardse atmosfeer. Buitenaardsen, ET’s, zijn het zeker niet.
En nog minder komen ze van andere planeten, zonnestelsels of sterrenstelsels.
Dat is allemaal doorzichtige misleiding. Maar ze maken kennelijk gebruik van
technieken die ons steeds een stap voor zijn, en ze zijn blijkbaar in staat om
op beperkte schaal ruimte en tijd te manipuleren en in de geesten van daartoe
gevoelige mensen allerlei ervaringen van gebeurtenissen te induceren die in
werkelijkheid niet hebben plaatsgevonden. Iemand – een christen – die ervoer
ontvoerd te worden en in een ‘UFO’ een vervelend medisch onderzoek moest
ondergaan, bedacht plotseling dat hij gehoord had dat het noemen van Jezus’ naam
kon helpen. Hij sprak die naam uit en op hetzelfde moment verdwenen de beelden,
het gevoel, de ervaring, en lag hij weer gewoon in zijn bed. Aan zijn lichaam
was niets te zien van de experimenten die erop waren uitgevoerd. Maar hij miste
wel een aantal uren in zijn beleving!
Maar omdat UFO’s niet het hoofdonderwerp van dit artikel zijn, wil ik het
hierbij laten.
De
effecten van ‘Fátima’
Wat
zijn nu de min of meer blijvende effecten van de verschijningen in Fátima?:
Ten eerste: als je als kerk het gezag van de Heilige Schrift loslaat en
naast – en soms in de plaats van – de Bijbel ook allerlei menselijke leringen
accepteert, die door de R.K. kerk als mede-gezaghebbend worden opgelegd, als
daar zijn het dogma van de onbevlekte ontvangenis van Maria en haar ten hemel
opneming, waarbij de volkse religie haar ook ziet als de koningin der hemels en
medeverlosseres (teksten die wij in Portugal op verschillende plaatsen op de
sokkel van Mariabeelden zagen gegraveerd) en als je daarnaast deze opgehemelde
Maria accepteert als boodschapster uit de hemel, wat voor steekhoudende
argumenten kun je als kerk dan nog naar voren halen om toestanden als die te
Fátima NIET als echte verschijningen te accepteren. Het hele volk zal je dwingen
om het te doen! En je hebt geen onderbouwde tegenargumenten. Het Vaticaan is als
het ware gegijzeld door zijn eigen dwalingen. Toch zijn er tekenen dat het
Vaticaan er niet gelukkig mee is.
Ten tweede: de commercie! Zie eens wat er dag aan dag, jaar na jaar aan volk
naar Fátima trekt. Zie eens hoe de kaarsenbranderijen roken. Zie de immense
bedragen die daar omgaan, maar ook in hotels, restaurants, parafernalia-shops,
toeleverende industrieën voor al deze dingen en de Mariabeelden in velerlei
soort en afmeting, al of niet met 'gouden' kroon. De banken in Fátima behoren
tot de meest renderende in Portugal. Big business. In 1999 bedroeg het netto
resultaat van het heiligdom, bezocht door meer dan 6 miljoen bezoekers, meer dan
80 miljoen Euro, belastingvrij(!), en is 20 kg goud aan de kerkschat toegevoegd.
En alles gedragen door een 'devotie aan Maria'. Wat gebeurt er met al dit geld
en deze schatten? Wie profiteren daarvan?
Ten derde: De Fátima-verschijningen hebben het geloof dat
Maria van tijd tot tijd aan gelovige (Rooms-Katholieke) mensen (meestal
kinderen) verschijnt, buitengewoon versterkt. Feiten spelen geen enkele rol
meer. Wat in dit artikel is aangedragen, is in feite vernietigend voor het hele
Fátima-gebeuren. Maar wie zal het lezen, wie zal er iets mee doen? Ik heb daar
geen hoge verwachting van. De club rond Fátima kon zich veroorloven om in 1992
het boekje met de interviews van de dorpspriester integraal uit te geven. Er is
toch geen vraag naar.
Fátima is een uitstekende illustratie van het Babylon uit
Openbaring 18: een combinatie van religie met commercie. Nooit zal enige
autoriteit in de R.K.-kerk dit circus kunnen terugdraaien. Denk alleen maar eens
aan de onmetelijke schadeclaims van de uitbaters aldaar. Of denk aan het verlies
van geloofwaardigheid. Toch is de R.K.-kerk er nooit erg gelukkig mee geweest.
Je ziet dan nu ook allerlei pogingen van de Vaticaan-top om de waarde van de
'geheimen' af te zwakken, door bij verschillende gelegenheden te stellen, dat ze
betrekking hebben op gebeurtenissen die nu al in het verleden liggen. Een
voorbeeld is het derde visioen, waarbij o.a. de paus wordt doodgeschoten door
soldaten. Het Vaticaan zegt nu dat dit realiteit is geworden in de aanslag op de
paus door de Turk Ali Agca op 13 mei 1981. Maar dat waren geen soldaten, de paus
was niet dood, ook de kardinalen etc. niet. Dus. . .
Tenslotte. . .
Op één
of andere manier dragen de zgn. 'Maria'-verschijningen met de begeleidende
mirakelen ertoe bij dat de R.K. Vaticaanse organisatie zijn greep op de zielen
van velen behoudt en/of versterkt. Ook Fátima valt onder deze categorie. Velen
zien, niet geheel ten onrechte, in deze verschijnselen krachtige impulsen tot de
ondergang van het Portugese atheïstische regime, dat in 1910 aan de macht kwam.
De dictator Salazar kon best een krachtige R.K. kerk gebruiken, die een stevige
greep op het volk had. En om die steun te verwerven, draaide hij alle beperkende
maatregelen van de vorige regeringen terug, en knoopte weer uitstekende
betrekkingen aan met het Vaticaan. Salazar was een krachtig voorstander van een
sterke R.K. devotie in zijn land. En nu is – naast een uitlaatklep voor
religieuze gevoelens voor zeer velen – de commercie ter plaatse de sterkste
impuls die het Fátima-gebeuren in stand houdt. Babylon.
Eén gevolg heeft de bedevaart naar Fátima van ongetwijfeld miljoenen
Portugezen in ieder geval NIET gehad: de heiliging van het openbare leven in dat
land. Hoewel de Portugezen in persoonlijk contact buitengewoon vriendelijk en
behulpzaam zijn, is het een land met een hoge graad van corruptie. De openbare
ruimte is ronduit smerig: er is geen strekkende meter wegberm die niet vergeven
is van de 'zegen' van de moderne verpakkingsmaterialen. De parkings in Fátima
spanden wat mij betreft wel de kroon. Tonnen zwerfvuil waaien hier vrolijk in
het rond zonder dat het kennelijk in de gedachten van enige autoriteit opkomt,
om deze bende eens aan te pakken. Alles wat niet meer nodig is, wordt uit het –
vaak openstaande – autoraam gekieperd. De vele bosbranden in 2003 in Portugal
hebben – naar het woord van een brandwacht aldaar – zeker met die gewoonte te
maken. Want ook sigarettenpeuken vallen onder deze gewoonte.
Fátima was voor ons een schok. Het zien van de velen, die hier met grote
toewijding op hun knieën over het marmer van het plein (intussen iets verzacht
door een lange loper) kruipen naar de heiligdommen toe, in de hoop op groter
genade. Het zien van de kaarsenoven, waar de peperdure kaarsen niet worden
gebrand maar in een laaiend vuur gegooid, waarschijnlijk omdat er geen ruimte is
om al de gekochte en te branden kaarsen een plek te geven in één van de
heiligdommen. We begrepen plotseling wat er in de Bijbel soms over Jezus
geschreven is, als Hij de mensenmassa's op Hem ziet afkomen: "Hij was met
innerlijke ontferming over hen bewogen, want zij waren als schapen die geen
herder hadden". Wat hebben wij ons gebrek aan kennis van de Portugese taal
betreurd. Nu konden we alleen maar met tranen in onze ogen deze afgoderij
aanzien, en we konden niemand aanspreken. Maar God hoort onze gebeden.
ZIET TOE
DAT NIEMAND JULLIE VERLEIDT.
-------------------
Noot: De gegevens omtrent geestverschijningen en spiritistische séances ontleen
ik aan het boek: Okkultisme en christelijk geloof, van Dr. W.C. van Dam,
J.N. Voorhoeve, 1978, ISBN 90-297-0535-3